In deze nieuwsbrief behandelen wij:

  • Geheim cameratoezicht onder bepaalde voorwaarden is toegestaan;
  • Een oud-bestuurder heeft recht op het afgesproken ontslagvergoeding van bijna 6 ton;
  • Een ambtenaar kan de gemeente binden. Read:

Geheim cameratoezicht onder voorwaarden toegestaan

De Centrale Raad heeft onlangs geconstateerd dat het bestuur met de inzet van verborgen camera’s binnen de grenzen van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) is gebleven. Volgens vaste rechtspraak is het toepassen van geheim cameratoezicht onder voorwaarden geoorloofd als er vermoeden bestaat van onrechtmatig handelen of van gepleegde strafbare feiten. De kwestie die speelde ging over een leerkracht die werkzaam was op een basisschool en die daar uit een kluis waardebonnen en een geldbedrag heeft gestolen. De diefstal bleek uit camerabeelden. Volgens de Raad heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat de inzet van camerabeelden conform de Wbp geoorloofd was. De leerkracht probeerde met medische gegevens nog aan te voeren dat hem geen verwijt treft. Volgens de Raad bieden deze gegevens echter geen begin van bewijs. De Raad concludeert dat er sprake is van ernstig plichtsverzuim. Let op: verborgen cameratoezicht mag zolang de grenzen van de Wbp niet worden overtreden.

Oud-bestuurder heeft recht op afgesproken ontslagvergoeding van bijna 6 ton

Het Hof oordeelde dat een bestuurder van een woningstichting recht heeft op een eerdere afgesproken ontslagvergoeding van ruim 6 ton. De woningstichting wil niet verder dan 75.000 euro. Daarvoor beroept zij zich op de Wet normering topinkomens (WNT), de wet die bovenmatige ontslagvergoedingen en beloningen in de (semi)publieke sector tegengaat. Volgens de stichting is de contractueel overeengekomen vertrekregeling in de huidige tijd ondenkbaar en is de ruim 6 ton ontslagvergoeding buitenproportioneel. Het hof oordeelt dat de woningstichting onvoldoende duidelijk heeft gemaakt waarom van de eerder afgesproken ontslagvergoeding mag worden afgeweken. Om die reden moet volgens het hof ook de periode waarin de man wel in dienst was van de stichting, maar nog geen bestuurder ook worden meegenomen in de berekening van de hoogte van de ontslagvergoeding. Volgens het hof onderbouwt de woningstichting niet hoe huidige afspraken binnen de sector zich verhouden tot bestaande contracten. Verder ontbreekt onderbouwing over het langdurig disfunctioneren van de bestuurder en heeft de woningstichting niet de moeite genomen om met hem tot andere afspraken te komen. Let op: als orgaan kan men gebonden zijn contractuele afspraken na te komen. Het verdient derhalve aanbeveling dergelijke vertrekregelingen op voorhand tegen het ligt te houden.

Een ambtenaar kan de gemeente binden

Dit blijkt uit een recent vonnis van de kortgedingrechter in Rotterdam. De vraag was of een koopovereenkomst tot stand was gekomen tussen de gemeente Rotterdam en een vastgoedbedrijf. De rechter beoordeelde of de ambtenaar en wethouder de schijn van volmachtverlening hebben gewekt. Volgens de rechter was hiervan sprake zodat er een overeenkomst tot stand kwam. De rechter woog in haar oordeel mee dat de ambtenaar geen duidelijk voorbehoud heeft gemaakt over zijn bevoegdheden, het vastgoedbedrijf op de hoogte was dat de wethouder bekend was met de onderhandelingen en dat de wethouder liet blijken verheugd te zijn met de bereikte overeenstemming. De uitspraak leert dat een ambtenaar een gemeente kan binden. Dit kan komen door schijn van volmachtverlening of door een gemaakt goedkeuringsvoorbehoud (bijvoorbeeld dat het college van burgemeester en wethouders eerst goedkeuring moet verlenen). Let op: bij een contract tussen een gemeente en een private partij is het dus van belang wat de bevoegdheden zijn van de ambtenaar die de overeenkomst sluit!